Inhoud
Technische ondersteuning verkrijgen
Als je geen oplossing voor je probleem vindt in de documentatie of andere informatiebronnen over het programma, raden we aan dat je contact opneemt met de Technische Support. Ga naar de website van de Technische Support om contact op te nemen met onze experts die al je vragen over de installatie en het gebruik van het programma kunnen beantwoorden.
Opmerking: lees de volgende regels voor ondersteuning voordat je contact opneemt met de Technische Support.
Hoe de beveiliging van je Mac verbeteren met het Kaspersky-programma
System Integrity Protection inschakelen
System Integrity Protection is een functie die de integriteit van het besturingssysteem van de Mac beschermt. Dankzij deze functie kunnen systeembestanden en -instellingen niet worden bewerkt.
System Integrity Protection inschakelen
Kernel Extension Development-modus uitschakelen
De Kernel Extension Development-modus schakelt de controle van digitale handtekeningen voor stuurprogramma's uit. Dit kan leiden tot problemen met de werking van de Mac, gegevensverlies, diefstal van vertrouwelijke gegevens en andere problemen.
Een systeemrapport maken
- Kies in het Apple-menu de optie Over deze Mac.
- Klik in het geopende venster op Systeemoverzicht.
- Druk op Command+S.
- Voer een naam voor het rapport in, selecteer de map waar je het rapport wilt opslaan en klik op Bewaar.
Het bestand 'system.log' opslaan
- Open de Finder.
- Kies Apps > Hulpprogramma's > Console.
- Klik links in het venster Console op het onderdeel 'system.log' en sleep het naar Bureaublad of een andere map.
Een tracebestand maken
Nadat je een probleem hebt gemeld aan de experts van de Technische Support van Kaspersky, word je mogelijk gevraagd een rapport met informatie over de werking van het Kaspersky-programma te genereren en het naar de Technische Support van Kaspersky te sturen. Deskundigen van de Technische Support van Kaspersky Lab kunnen je ook vragen een tracebestand aan te maken. Dankzij het tracebestand kunnen de experts de uitvoering van programmaopdrachten stapsgewijs onderzoeken en bepalen wanneer de fouten zich voordoen.
Tracing is een doeltreffende manier om gedetailleerde informatie over programma-activiteit te registreren. De deskundigen van de Technische Support gebruiken tracebestanden om problemen op te lossen.
Belangrijk: we raden aan dat je tracing alleen inschakelt als een expert van de Technische Support van Kaspersky je dit vraagt.
Tracebestanden kunnen veel schijfruimte in beslag nemen. Wanneer je tracebestanden niet meer nodig hebt, schakel je tracing uit.
Tracebestanden worden lokaal op de computer bewaard in de volgende mappen:~/Library/Logs/Kaspersky Lab/ en /Library/Logs/Kaspersky Lab/.
Het Kaspersky-programma bewaart de volgende informatie in een tracebestand:
- Informatie over het apparaat en het besturingssysteem (uniek apparaat-ID, type van apparaat, MAC-adressen van netwerkapparaten, type van besturingssysteem, versie van besturingssysteem).
- Informatie over de werking van het programma en de modules ervan.
- Informatie over het abonnement (type van het abonnement, regio).
- Informatie over de taalversie, het programma-ID, de programma-aanpassing, de programmaversie, het unieke ID van de programma-installatie, het unieke computer-ID.
- Informatie over de status van de antivirusbescherming van de computer, alsook alle verwerkte en gedetecteerde objecten (de naam van het gedetecteerde object, datum en tijd van de detectie, het webadres vanwaar het is gedownload, de namen en grootten van geïnfecteerde bestanden en de paden ernaar, het IP-adres van de aanvallende computer en het nummer van de computerpoort die is aangevallen, lijst met malwareactiviteit, en ongewenste webadressen) en de relevante acties en beslissingen van het programma en de gebruiker.
- Informatie over programma's die door de gebruiker zijn gedownload (webadres, kenmerken, bestandsgrootte, en informatie over het proces dat het bestand heeft gedownload).
- Informatie over de gestarte programma's en programmamodules (grootte, kenmerken, aanmaakdatum, gegevens van PE-header, regio, naam, locatie en compressieprogramma's).
- Informatie over interfacefouten en het gebruik van de interface van het geïnstalleerde Kaspersky-programma.
- Informatie over netwerkverbindingen: het IP-adres van de externe computer en de computer van de gebruiker, de nummers van de poorten die zijn gebruikt om de verbinding tot stand te brengen en het netwerkprotocol van de verbinding.
- Informatie over netwerkpakketten die zijn ontvangen en verstuurd door de computer via IT- en telefonische netwerken.
- Informatie over verstuurde en ontvangen e-mails en chatberichten.
- Informatie over bezochte webadressen: het tijdstip wanneer de verbinding is gemaakt met een open protocol, gegevens over de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de website en de inhoud van cookies.
- Openbaar certificaat van de server.
Tracebestanden bevatten alleen de benodigde informatie om fouten in het programma te herstellen. Kaspersky gebruikt tracebestanden om incidenten te onderzoeken die te maken hebben met fouten in de werking van het Kaspersky-programma.
De aanmaak van tracebestanden is standaard uitgeschakeld. In de programma instellingen kun je de aanmaak van tracebestanden inschakelen.
Tracebestanden kunnen alleen handmatig naar Kaspersky worden verstuurd. Het Kaspersky-programma verstuurt tracebestanden niet automatisch naar Kaspersky.
Je kunt kiezen hoe tracebestanden naar Kaspersky worden verstuurd.
Controleer de inhoud van tracebestanden alvorens ze naar Kaspersky te versturen.
Belangrijk: tracebestanden bevatten mogelijk persoonlijke of vertrouwelijke gegevens. Door tracebestanden naar Kaspersky te versturen, ga je ermee akkoord om alle gegevens in die tracebestanden aan Kaspersky te verstrekken en stem je in met de gebruikte methode voor de verzending van de tracebestanden.
Naar bovenBestanden met foutinformatie versturen naar Kaspersky
Het Kaspersky-programma kan bij het optreden van een fout informatie over de status van het programma bewaren om die informatie dan automatisch te versturen naar Kaspersky.
Automatische verzending van bestanden met foutinformatie naar Kaspersky inschakelen
Je kunt ook de automatische verzending van bestanden met foutinformatie naar Kaspersky inschakelen via de melding over de fout tijdens de opstart van het programma.
Het programma verstuurt de volgende informatie in een foutbestand:
- Naam en ID van het proces
- Pad naar de uitvoerbare module
- Softwareversie
- Bitversie van het proces (32- of 64-bits)
- Naam en ID van het bovenliggende proces
- Datum en tijd van de crash van de Software
- Versie van het besturingssysteem
- Versie van het rapport
- Soort fout dat de crash van de Software heeft veroorzaakt
- Foutgegevens
- Nummer van de thread waarin de fout zich voordeed
- Call-stacks voor elke thread tijdens de crash van de Software (framenummer, modulenaam, adres in de code, naam van de functie bij het overeenkomstige adres)
- Registerwaarden van de thread waarin de fout zich voordeed
- Lijst met geladen modules met het adres waar de module is geladen, modulenaam, moduleversie, UUID, en pad naar de module